Activiteiten vormen het vertrekpunt van de initiatiefnemer en daarmee de ingang tot de regelgeving van de waterschappen. Daarom geeft TROWA dit onderwerp extra aandacht. Dit is in de handreiking beschreven en over geblogd, maar ook uitgewerkt in een voorbeeld. Activiteiten die initiatiefnemers in de fysieke leefomgeving verrichten kunnen immers impact hebben op de doelen van het waterschap. Het zijn locatiespecifieke handelingen waarvoor overheden vanwege de geldende doelen regels willen stellen. 

Deze activiteiten kunnen vanuit verschillende perspectieven worden beschreven in de waterschapsverordening. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de toepassing van elementaire activiteiten en functionele activiteiten. De functionele activiteiten zijn gericht op het perspectief van de initiatiefnemer op wat feitelijk gedaan gaat worden, bijvoorbeeld: ’bouwen van een brug’ of ’beplanting aanbrengen’. Elementaire activiteiten worden afgeleid door te ontleden uit welke onderdelen de feitelijke handeling bestaat. Dus bij het ’bouwen van een brug’ is dit onder meer: object plaatsen, grond belasten en grond roeren. 

De activiteiten (functioneel of elementair) die in de waterschapsverordening zijn vastgelegd, worden via juridische teksten geannoteerd aangeleverd aan het DSO. Hiermee kan de initiatiefnemer uiteindelijk met een klik op de kaart inzichtelijk krijgen welke plicht geldt voor de bijbehorende activiteit op de relevante locatie.