Bijlage III: Architectuur- en Informatiemodel Functioneel Regelbeheer
1. Introductie
In 2021 moeten alle waterschappen aansluiten op het Digitaal Stelsel Omgevingswet (hierna: DSO). Expliciet betekent dit dat alle waterschappen op dat moment hun “waterschapsverordening” moeten publiceren naar de landelijke voorziening(en).
In de huidige situatie beschikken de waterschappen nog niet over de benodigde systemen om zo’n waterschapsverordening op te stellen, te beheren en te publiceren. In dit document wordt high level en conceptueel beschreven welke data opgeslagen en beheert moet worden in zo’n systeem en welke functionaliteit hiervoor nodig is.
Allereerst worden de functionaliteiten, (grove) dataobjecten en interfaces beschreven die zo’n systeem moet bevatten. Vervolgens wordt de data die beheert en opgeslagen moet worden verder uitgewerkt in een conceptueel informatiemodel.
Deze modellen kunnen gebruikt worden:
- Als blauwdruk/eis voor de, gezamenlijke of individuele, bouw/aanschaf van een regelbeheersysteem voor het beheren van een waterschapsverordening;
- Voor de gezamenlijke doorontwikkeling en integratie van dit model binnen de waterschapsarchitectuur van de waterschappen (Waterschaps Informatie & Logisch Model Architectuur);
- Om de veranderopgave op het gebied van gegevensbeheer (regels & werkingsgebieden) voor een waterschap te bepalen.
1.1 Leeswijzer
De informatiemodellering van functioneel regelbeheer is uitgewerkt in een “high level” architectuurmodel en meer gedetailleerd conceptueel informatiemodel.
1.1.1 Architectuurmodel
Paragraaf 2 van deze bijlage beschrijft het architectuurmodel. Een informatie-architectuurmodel beschrijft de inhoudelijke relaties en samenhang tussen toepassingen en gegevensverzamelingen onderling. Het kan daarmee gebruikt worden om applicaties, onderliggende data en interacties tussen systemen te beschrijven. Het biedt daarom ook context en onderbouwing voor een (meer gedetailleerd) conceptueel informatiemodel.
Het architectuurmodel wordt beschreven middels ArchiMate[1]: een open en onafhankelijke beschrijvingstaal voor enterprise-architecturen. Het architectuurmodel bestaat uit drie delen:
- De relatie tussen de motivaties van een waterschap en een functioneel regelbeheersysteem;
- Een beschrijving van de applicatiecomponenten van een functioneel regelbeheersysteem;
- De interfaces die het systeem heeft met andere systemen.
Het architectuurmodel kan in de nabije toekomst onder andere uitgebreid worden met functionele en niet-functionele requirements.
1.1.2 Conceptueel Informatiemodel
De dataobjecten uit het architectuurmodel zijn verder uitgewerkt in een conceptueel informatiemodel (hierna: CIM), in paragraaf 3 van deze bijlage. Een conceptueel informatiemodel gaat over de onderwerpen van gesprek die een rol spelen in een domein, hun kenmerken en hun onderlinge relaties. Deze informatie uit het domein kan opgevraagd en uitgewisseld worden. Deze informatie wordt beschreven in de taal en terminologie en definities van dit domein.
Dit CIM bestaat uit een beschrijving van de informatie, in tekst en in UML en is object georiënteerd, waar dit kan. De beschrijving volgt hierbij een standaard voor het beschrijven van informatiemodellen, te weten het metamodel voor informatiemodellen (hierna: MIM).
De beschrijving van dit CIM bestaat uit drie delen:
- een overzicht van de objecttypen;
- een overzicht van aanpassingen binnen dit CIM ten opzichte van de landelijke standaarden;
- een mapping van het CIM naar de landelijke standaarden, zodat inzichtelijk waar de informatie uit het CIM gebruikt zal worden.
1.1.3 Woordenlijst
Een woordenlijst met gebruikte termen binnen het informatiemodel (zie hieronder paragraaf 4).
1.1.4 Verbetervoorstellen
Verbetervoorstellen vanuit de waterschappen aan de beheerders van de landelijke standaarden (zie hieronder paragraaf 5).
1.2 Aanpak
De modellen zijn tot stand gekomen in een aantal workshops. Hierbij zijn de volgende principes gehanteerd:
- volgen van de standaarden (IMTR, CIM-OW, STOP TPOD);[2]
- versimpelen waar mogelijk en
- uitbreiden waar niet anders kan.
Versimpelingen en uitbreidingen zijn terug te vinden in paragraaf 3.1.2 en paragraaf 5 van deze bijlage.
2. Architectuur
2.1 Motivatie waterschap en functioneel regelbeheersysteem
Eén van de belangrijke onderscheidende kenmerken van regels “functioneel” beheren, is dat er altijd antwoordt gegeven kan worden op de waarom-vraag achter een regel. Bevoegd gezagen vervullen een bepaalde overheidsrol en doen dit conform een sturingsfilosofie.[3] Uit deze sturingsfilosofie (processtap 1.3) volgen doelen (processtap 1.2) die het bevoegd gezag wil realiseren. Dit wordt onder andere vastgelegd in beleid, wat de onderbouwing vormt voor de regels van het bevoegd gezag. Basisprincipes schetsen de kaders die gehanteerd worden om doelen te bereiken.
2.2 Applicatiecomponenten functioneel regelbeheersysteem
Het bevoegd gezag moet de regels (processtap 1.7), de activiteiten (processtap 1.5) en werkingsgebieden (processtap 1.4) waar ze voor gelden beheren en uiteindelijk publiceren. Dit kan plaatsvinden middels een “functioneel regelbeheer systeem”. De applicatiearchitectuur die hiervoor nodig is, is beschreven in figuur 2.[4]
Het functioneel regelbeheer systeem bevat de volgende applicatiefuncties:
- Exporteren omgevingsdocumenten: Deze functie maakt het mogelijk om data uit de applicatie te exporteren naar een omgevingsdocument-bestand, volgens de STOP/TPOD-standaard.
- Exporteren toepasbare regels: Deze functie maakt het mogelijk om data uit de applicatie te exporteren naar een toepasbare- regel-bestand, volgens de STTR-standaard
- Beheren regels: Deze functie zorgt ervoor dat de juridische- en toepasbare regels in het systeem beheerd kunnen worden.
- Ongewenste uitkomsten checken: Deze functie maakt het mogelijk om binnen beslistabellen te controleren op ongewenste uitkomsten (antwoorden die buiten scope van de gestelde vragen vallen, overlap tussen vragen, etc.).
- Volledigheid uitkomsten checken: Deze functie maakt het mogelijk te controleren of alle mogelijke uitkomsten binnen een beslistabel zijn afgedekt.
- Genereren unieke identifiers: Deze functie maakt het mogelijk unieke identifiers voor informatie-objecten binnen het functioneel regelbeheer systeem te genereren.
- Versiebeheer: Versiebeheer is het systeem waarbij veranderingen binnen de gegevens van de applicatie over de tijd wordt bijgehouden.
2.3 Interfaces functioneel regelbeheersysteem
Het functioneel regelbeheer systeem moet informatie uitwisselen met interne- en externe voorzieningen (processtap 1.9). Dit is uitgewerkt in Figuur 3.[5]
3. Conceptueel Informatiemodel
3.1 Regels, Activiteiten & Werkingsgebieden
De kern van het informatiemodel functioneel regelbeheer bestaat uit de objecttypes en waardelijsten (codelists) in figuur 4. Objecttypes zijn alle onderkende onderwerpen van gesprek binnen een domein (een activiteit, een regel, etc.). Over deze objecten wordt informatie bijgehouden en uitgewisseld met de landelijke voorzieningen. Het informatiemodel is een samenstelling van informatie-objecten uit IMTR, CIM-OW en de TPOD-standaarden.[6]
Objecttypes kunnen verder worden beschreven door ze te voorzien van kenmerken. Voor de kenmerken van de objecttypes verwijzen we naar het IMTR[7] en het CIM-OW.[8]
3.1.1 Objecttypen
Tabel 1.Bijlage III. Objecttypen
Objecttype Activiteit
Naam | Activiteit |
Definitie | Een activiteit is ieder menselijk handelen waarbij, of ieder menselijk nalaten waardoor een verandering of effect in de fysieke leefomgeving wordt of kan worden bewerkstelligd. |
Toelichting | Bijvoorbeeld: het lozen van afvalwater, het bouwen van hoogbouw, het exploiteren van een jachthaven. Het objecttype activiteit is een typering van alle activiteiten die bijvoorbeeld een initiatiefnemer kan uitvoeren in de leefomgeving. Er wordt niet een specifieke activiteit bedoeld die een specifieke initiatiefnemer voornemens is om uit te voeren, maar het type activiteit waarover regels opgesteld zijn. De regel geeft aan dat activiteiten van een bepaald type activiteit wel of niet zijn toegestaan zijn op deze locatie en onder welke voorwaarden. De activiteit is niet de regel zelf. De regel beschrijft wat er juridisch geldt voor de activiteit of activiteiten. De gehele juridische tekst is te vinden in de juridische regel, en niet in dit objecttype. In spreektaal zeggen we, een Activiteit is wel of niet toegestaan voor een Locatie. Informatiekundig zeggen we, een Activiteit heeft een kenmerk ‘toegekend aan’, welke verwijst naar een Locatie. De relatie van activiteit naar Locatie noemen we niet werkingsgebied. Werkingsgebied is een juridische term, als je denkt vanuit de juridische regels. Daarom heet de relatie van activiteit naar Locatie: ‘toegekend aan’. |
Objecttype doel
Naam | Doel |
Definitie | Datgene wat het bevoegd gezag wil bereiken |
Toelichting | Voor een waterschap is dit bijvoorbeeld "schoon water" of "droge voeten" |
Objecttype Juridische Regel
Naam | Juridische Regel |
Definitie | De beschrijving van een regel met juridische werkingskracht. Een regel betreft binnen de Omgevingswet veelal activiteiten, en/of normen en/of functies en/of beperkingengebieden. |
Toelichting | Met deze regel wordt niet (alleen) de tekst van de regel bedoeld, maar de gehele regel. Deze bestaat o.a. uit tekst, wat hét centrale deel is van een juridische regel, maar de juridische regel heeft ook andere kenmerken, zoals beschreven in de volgende paragraaf. Regels gelden voor een bepaalde specifieke locatie in de fysieke leefomgeving, of voor een heel grondgebied of besluitgebied van een bevoegd gezag. Er zijn ook regels zonder een relatie naar een informatiekundige activiteit, norm, functie of beperkingengebied. Dit is bijvoorbeeld zo bij begripsbepalingen en bij normstellende regels. - Een begripsbepaling geeft aan wat er onder een bepaald begrip of term wordt verstaan. Zo’n begripsbepaling staat op zichzelf, maar wordt wel gezien als een juridische regel. Deze beschrijft echter niet een activiteit, en/of norm en/of functie en en/of beperkingengebied en heeft hier dan ook geen relatie naar toe. - Een normstellende regel kan het in de juridische tekst wel over bijvoorbeeld een activiteit hebben, maar het daarbij laten door de activiteit informatiekundig niet (expliciet) aan te geven. Er is dan geen informatiekundig activiteit gecreëerd en daar kan dan natuurlijk ook niet naar verwezen worden via een relatie. Informatiekundig is er dan alleen sprake van een juridische regel. Een voorbeeld van een normstellende regel is: “Er geldt een algemeen rookverbod in de openbare ruimtes binnen het centrumgebied van Groningen”. Een juridische regel wordt altijd opgesteld in de context van andere juridische regels. Deze context is altijd van belang bij het juridisch interpreteren van de regel(s). Het is niet mogelijk om te verwijzen naar afzonderlijke individuele regels. Daarom heeft een juridische regel geen identificatie. |
Objecttype Regelbeheerobject
Naam | Regelbeheerobject |
Definitie | Een regelbeheerobject heeft een koppeling met een samenhangende set met regels om een afleiding te kunnen doen. |
Toelichting | Het regelbeheerobject ‘conclusie gevelaanpassing’ kan een vraag beantwoorden zoals: “Heb ik een vergunning nodig voor het veranderen van een kozijn, kozijninvulling of gevelpaneel?”. Het regelbeheerobject ‘melding lozing’ “Wat moet ik aan informatie (gegevens en documenten) aanleveren als ik ga lozen vanuit particuliere huishoudens?”. |
Objecttype Regeltekst
Naam | Regeltekst |
Definitie | Een Regeltekst is de kleinste zelfstandige eenheid van (een of meer) bij elkaar behorende juridische regels. Deze regels horen onlosmakelijk bij elkaar en hebben gezamenlijk één werkingsgebied. |
Toelichting | In het domein Omgevingswet worden juridische regels vastgelegd door middel van juridische tekst. De regels die sterk bij elkaar horen staan bij elkaar beschreven, in een afgebakend deel van de tekst van een artikel of lid. Dit afgebakende stuk tekst met bij elkaar behorende regels noemen we Regeltekst. In spreektaal zeggen we, een groep van bij elkaar behorende regels hebben een werkingsgebied. Informatiekundig zeggen we, een Regeltekst heeft een kenmerk ‘werkingsgebied’, welke verwijst naar een Locatie. Het is mogelijk om te verwijzen naar een Regeltekst. Daarom heeft een Regeltekst een identificatie. De regeltekst vindt zijn oorsprong in het omgevingsplan-domein. De regeltekst in dit informatiemodel beschouwt het Artikel en het Lid uit het omgevingsplan-domein, vanuit het perspectief van het Omgevingswet-domein, en is in deze een «view»5 op het omgevingsplan-domein. Oftewel, de informatie van het Artikel of Lid uit het omgevingsplan-domein, met de bijbehorende kenmerken voor zover deze voor het Omgevingswet-domein relevant zijn, en indien nodig aangevuld met Omgevingswet-specifieke kenmerken. |
Objecttype Locatie
Naam | Locatie |
Definitie | De locatie beschrijft de ruimtelijke dimensie of ruimtelijke afbakening van een regel of van een objecttype die in de regel beschreven wordt. |
Toelichting | Een locatie is veelal een Gebied of een Gebiedengroep, maar kan ook zijn een Punt of een Lijn of een Puntengroep of een Lijnengroep |
3.1.2 Aanpassingen t.o.v. Landelijke Standaarden
De landelijke standaarden (TPOD, CIM OW) vormen de basis voor het CIM FRB. Op een aantal vlakken zijn aanpassingen gedaan:
Tabel 2.Bijlage III. Overzicht aanpassingen ten opzichte van landelijke standaarden
Aanpassing |
Reden |
Een aantal informatieobjecten die niet in de TPOD-standaard voorkomen, maar wel in het CIM OW, zijn weggelaten. |
Het weglaten van ongebruikte informatieobjecten reduceert de complexiteit. |
Informatieobject "Doel" is toegevoegd. |
Een doel biedt onderbouwing voor het "waarom" achter een regel. |
Op het vlak van activiteiten maken de waterschappen gebruik van “functionele” en “elementaire” activiteiten. Deze vormen een extensie op de standaard. |
De onderverdeling van activiteiten in verschillende “typen” komt voort uit de verschillende manieren van regelbeheer (beleidsneutraal of functioneel classificeren). |
3.1.3 Mapping regels, activiteiten & werkingsgebieden
De kern van het model kan gemapped worden op de landelijke informatiemodellen. Dit is uitgewerkt in figuur 5.[9]
3.1.4 Mapping activiteiten
De activiteiten uit het model kunnen gemapped worden op de landelijke informatiemodellen. Dit is uitgewerkt in figuur 6.
Tabel 3.Bijlage III. Objecttypen
Objecttype Activiteit
Naam | Activiteit |
Definitie | Een activiteit is ieder menselijk handelen waarbij, of ieder menselijk nalaten waardoor een verandering of effect in de fysieke leefomgeving wordt of kan worden bewerkstelligd. |
Toelichting | Bijvoorbeeld: het lozen van afvalwater, het bouwen van hoogbouw, het exploiteren van een jachthaven. Het objecttype activiteit is een typering van alle activiteiten die bijvoorbeeld een initiatiefnemer kan uitvoeren in de leefomgeving. Er wordt niet een specifieke activiteit bedoeld die een specifieke initiatiefnemer voornemens is om uit te voeren, maar het type activiteit waarover regels opgesteld zijn. De regel geeft aan dat activiteiten van een bepaald type activiteit wel of niet zijn toegestaan zijn op deze locatie en onder welke voorwaarden. De activiteit is niet de regel zelf. De regel beschrijft wat er juridisch geldt voor de activiteit of activiteiten. De gehele juridische tekst is te vinden in de juridische regel, en niet in dit objecttype. In spreektaal zeggen we, een Activiteit is wel of niet toegestaan voor een Locatie. Informatiekundig zeggen we, een Activiteit heeft een kenmerk ‘toegekend aan’, welke verwijst naar een Locatie. De relatie van activiteit naar Locatie noemen we niet werkingsgebied. Werkingsgebied is een juridische term, als je denkt vanuit de juridische regels. Daarom heet de relatie van activiteit naar Locatie: ‘toegekend aan’. |
Objecttype Functionele activiteit
Naam | Functionele activiteit |
Definitie | Een functionele activiteit is een activiteit die voor initiatiefnemers betekenisvol is. |
Toelichting | Bijvoorbeeld het aanleggen van een brug. |
Objecttype Elementaire activiteit
Naam | Elementaire activiteit |
Definitie | Een standaard handeling die op bepaalde locaties een negatieve impact kan hebben op het functioneren van de objecten van de waterschappen (waarvan de correcte werking noodzakelijk is voor het halen van de doelen van de waterschappen). |
Toelichting | Bij aanleggen van een brug gebeuren meerdere deelhandelingen, zoals grond verwijderen, grond doorboren, etc. Deze deelhandelingen zijn de elementaire activiteiten. |
Objecttype Regelbeheerobject
Naam | Regelbeheerobject |
Definitie | Een regelbeheerobject heeft een koppeling met een samenhangende set met regels om een afleiding te kunnen doen. |
Toelichting | Het regelbeheerobject ‘conclusie gevelaanpassing’ kan een vraag beantwoorden zoals: “Heb ik een vergunning nodig voor het veranderen van een kozijn, kozijninvulling of gevelpaneel”. Het regelbeheerobject ‘melding lozing’ “Wat moet ik aan informatie (gegevens en documenten) aanleveren als ik ga lozen vanuit particuliere huishoudens". |
3.1.5 Mapping locaties
De locaties uit het model kunnen gemapped worden op de landelijke informatiemodellen. Dit is uitgewerkt in figuur 7.
Tabel 4. Bijlage III. Objecttypen
Objecttype Beperkingengebied
Naam | Beperkingengebied |
Definitie | Een beperkingengebied is een bij of krachtens de wet aangewezen gebied, waar vanwege de aanwezigheid van een werk of object regels gelden, ten aanzien van het beperken van activiteiten die gevolgen hebben of kunnen hebben voor dat werk of object. |
Toelichting | geen |
Objecttype Functie
Naam | Functie |
Definitie | Een functie is het gebruiksdoel of de bijzondere eigenschap die een onderdeel van de fysieke leefomgeving op een bepaalde locatie heeft. |
Toelichting | geen |
Objecttype Gebiedsaanwijzing
Naam | Gebiedsaanwijzing |
Definitie | Een gebiedsaanwijzing is een Functie of een Beperkingengebied, met een verwijzing naar locatie, veelal een gebied, waarbij aangegeven wordt hoe het gebied beschouwd wordt vanuit de bijbehorende regels. |
Toelichting | Geen |
Objecttype Locatie
Naam | Locatie |
Definitie | De locatie beschrijft de ruimtelijke dimensie of ruimtelijke afbakening van een regel of van een objecttype die in de regel beschreven wordt. Een locatie is veelal een Gebied of een Gebiedengroep, maar kan ook zijn een Punt of een Lijn of een Puntengroep of een Lijnengroep |
Toelichting | Geen |
Objecttype Locatiegroep
Naam | Locatiegroep |
Definitie | Een groep of verzameling van bij elkaar behorende gebieden. De gebieden zijn gegroepeerd voor een bepaald doel, om samen één locatie vormen, die als zodanig gebruikt kan worden. |
Toelichting | Geen |
3.2 Toepasbare Regels
Toepasbare regels zijn 1:1 gemodelleerd conform het IMTR (zie figuur 8). Als waterschappen nemen we dit model dus volledig over in onze beheersystematiek. Voor een gedetailleerde uitwerking van informatieobjecten, relaties en kenmerken.[10] De verbinding tussen de informatieobjecten uit paragraaf 3.1 van deze bijlage en de toepasbare regels (zie paragraaf 4.3.7 van de handreiking), verloopt via de functionele structuur van het Digitaal Stelsel Omgevingswet.[11]
3.3 Wijzigingsbesluit
Deze paragraaf geeft een beschrijving van de onderdelen waaruit het besluit, waarbij een waterschapsverordening of een wijziging daarvan wordt vastgesteld, bestaat.
Tabel 5. Bijlage III. Objecttypen
Objecttype Algemene toelichting
Naam | Algemene toelichting |
Definitie | Tekst ter verduidelijking van het gehele wijzigingsbesluit |
Objecttype Artikelsgewijze toelichting
Naam | Artikelsgewijze toelichting |
Objecttype Gewijzigde gedeelte Omgevingsdocument
Naam | Gewijzigde gedeelte Omgevingsdocument |
Definitie | Aangepaste onderdelen van de regelgeving |
Objecttype Motivatie besluit
Naam | Motivatie besluit |
Definitie | De reden om bestaande regelgeving aan te passen |
Objecttype Toelichting besluit
Naam | Toelichting besluit |
Definitie | Verduidelijking bij het wijzigingsbesluit |
Objecttype Wijzigingsbesluit
Naam | Wijzigingsbesluit |
Definitie | Aanpassing op bestaande regelgeving |
4. Woordenlijst
Tabel 6. Bijlage III. Woordenlijst
Begrip | Definitie |
---|---|
Activiteit | Een activiteit is ieder menselijk handelen waarbij, of ieder menselijk nalaten waardoor een verandering of effect in de fysieke leefomgeving wordt of kan worden bewerkstelligd. |
Bedrijfsregellaag | Toepasbare regels zijn begrijpelijke regels die zijn opgesteld op grond van juridische regels (zoals omgevingswet, Algemene maatregelen van bestuur, omgevingsplannen, en verordeningen). Zij bestaan uit: bedrijfsregels (business logica), uitvoeringsregels, eventueel conversieregels (uitvraging en koppeling data aan bedrijfsregels) en interactieregels (presentatielogica). Zij resulteren in begrijpelijke vragenbomen aan de initiatiefnemer. |
Beperkingengebied | Een beperkingengebied is een bij of krachtens de wet aangewezen gebied, waar vanwege de aanwezigheid van een werk of object regels gelden, ten aanzien van het beperken van activiteiten die gevolgen hebben of kunnen hebben voor dat werk of object. |
Bijlage | De bijlage maakt het voor de initiatiefnemer mogelijk om informatie door middel van een bijlage aan te leveren. |
Classificatie | Met een classificatie kunnen uitvoeringsregels worden ingedeeld naar een vaste lijst van soort gegevens. |
Conclusie | Conclusie van de check. Antwoord op de vraag of ik een melding moet doen of een vergunning aan moet vragen voor een bepaalde activiteit. |
Consistentieregel | Een consistentieregel kan aan een uitvoeringsregel worden gekoppeld, om de via de uitvoeringsregel verkregen gegevens te valideren. |
Content | Aan alle lagen (m.u.v. conversieregels) kan aan specifieke elementen content worden gekoppeld. Content is bijvoorbeeld een helptekst bij een uitvoeringsregel of een toelichtende tekst bij een conclusie (Bedrijfsregel). |
Conversieregel | De conversieregels geven een vertaling van de uitvoeringsregels die verschillende verschijningsvormen kunnen hebben (zoals bijvoorbeeld waardenlijsten, getallen en ja/nee vragen) naar de input data (die andere verschijningsvormen gebruiken (zoals bijvoorbeeld booleaans). |
Elementaire activiteit | Een handeling in de fysieke leefomgeving die een risico vormt voor een of meer doelen. |
Functie | Een functie is het gebruiksdoel of de bijzondere eigenschap die een onderdeel van de fysieke leefomgeving op een bepaalde locatie heeft. |
Functionele activiteit | Een functionele activiteit is een activiteit die voor initiatiefnemers betekenisvol is. Bijvoorbeeld het aanleggen van een brug. |
Gebied | Een op zichzelf staande geometrisch afgebakende 'ruimte' in de fysieke leefomgeving. De geometrische afbakening is juridisch van aard, oftewel is niet fysiek van aard en bevindt zich niet in de fysieke werkelijkheid. Anders gezegd, de afbakening is virtueel. Een Gebied heeft alle eigenschappen van een Locatie, aangevuld met de volgende kenmerken:
|
Gebiedsaanwijzing | Een gebiedsaanwijzing is Functie of een Beperkingengebied, met een verwijzing naar locatie, veelal een gebied, waarbij aangegeven wordt hoe het gebied beschouwd wordt vanuit de bijbehorende regels. |
Geo-verwijziging | De Geo-verwijzing bevat een werkingsgebied (in de vorm van een verwijzing naar een geometrie of locatiegroep in OZON). Werkingsgebied betreft het (ruimtelijk) gebied waarop een juridische regel betrekking heeft. |
Geometrie | Een geometrie is opgebouwd uit x en y coördinaten die tezamen een contour voor een bepaald gebied vormen. Bijvoorbeeld het kustfundament van Nederland. |
Identificatie | De unieke identificatie waaronder elk object van dit type bekend is. |
Impliciet antwoord | Een implicite antwoord bepaalt de waarde van de input-data aan de hand van de Werkzaamheid die de initiatiefnemer kiest. |
Indieningsvereisten | Dat wat nodig is van de initiatiefnemer om een aanvraag te kunnen beoordelen, is de set aan informatie (gegevens en/of bijlagen) die aan een aanvraag moet worden toegevoegd voor een bepaalde vergunning of melding. |
Interactieregel | Met interactieregels worden het gedrag en de presentatie van de vragenbomen in een gebruikerstoepassing gestuurd. |
Juridische Regel | De beschrijving van een regel met juridische werkingskracht. Een regel betreft binnen de Omgevingswet veelal activiteiten, en/of normen en/of functies en/of beperkingengebieden. |
Locatie | Een locatie is een gebied of een locatiegroep. Het modelelement Locatie beschrijft de kenmerken die het Gebied en de Locatiegroep (informatiekundig en modelmatig) gemeenschappelijk hebben. |
Locatiegroep | Een groep of verzameling van bij elkaar behorende gebieden. De gebieden zijn gegroepeerd voor een bepaald doel, om samen één locatie vormen, die als zodanig gebruikt kan worden. Een locatiegroep is opgebouwd uit geometrieën die tezamen contouren voor bepaalde gebieden vormen. Bijvoorbeeld natuurgebieden in Nederland. |
Noemer | Tekstuele beschrijving van een Locatie, zodat er als zodanig over deze locatie gesproken kan worden. De beschrijving kan een bepaalde naam waaronder de Locatie bekend staat, maar (lang) niet elke Locatie heef een naam. |
Norm | Een omgevingswaarde of een omgevingsnorm, met een normatief karakter, die beschreven worden middels normwaarden. Een normwaarde kan kwalitatief of kwantitatief zijn. |
Normadressaat | Het bestuursorgaan dat, of de organisatie die de taak of de bevoegdheid waarover de juridische regel gaat, moet uitvoeren. |
Omgevingsnorm | De in een meetbare waarde uit te drukken norm (anders dan een omgevingswaarde) die het bevoegd gezag op verschillende locaties verschillende waarden wil geven die het inzichtelijk wil weergeven. |
Omgevingswaarde | Norm die de gewenste staat of kwaliteit van (een onderdeel van) de fysieke leefomgeving, de toelaatbare belasting door activiteiten en/of de toelaatbare concentratie of depositie van stoffen als beleidsdoel vastlegt. |
Omschrijving juridische regel | Eén doorlopend stuk juridische tekst, van een artikel of een lid, die omschrijvingen van (een of meer) juridische regels bevat. |
Omschrijving regeltekst | De letterlijke tekst waarmee de Regeltekst is omschreven, in een artikel of een lid. Een Regeltekst is altijd één doorlopend stuk juridische tekst, welke juridische regels bevat. |
Onderwerp | Korte, concrete inhoudelijke weergave van waar een regel over gaat. Het onderwerp is een categorie, of groep, waaronder een juridische regel valt. Een onderwerp kent een locatie. |
Regelbeheerobject | Een regelbeheerobject heeft een koppeling met een samenhangende set met regels om een afleiding te kunnen doen. Het regelbeheerobject ‘conclusie gevelaanpassing’ kan een vraag beantwoorden zoals: “Heb ik een vergunning nodig voor het veranderen van een kozijn, kozijninvulling of gevelpaneel”. Het regelbeheerobject ‘melding lozing’ “Wat moet ik aan informatie (gegevens en documenten) aanleveren als ik ga lozen vanuit particuliere huishoudens”. |
Regelgroep | Met een regelgroep kunnen uitvoeringsregels worden gegroepeerd in zelf gedefinieerde groepen. |
Regelkwalificatie | Het soort regel waartoe de juridische regel behoort. |
Regeltekst | Een Regeltekst is de kleinste zelfstandige eenheid van (een of meer) bij elkaar behorende juridische regels. Deze regels horen onlosmakelijk bij elkaar en hebben gezamenlijk één werkingsgebied. |
Registerbevraging | Via een Registerbevraging wordt een register geraadpleegd om gegevens te verkrijgen. |
Thema | Kernachtige weergave van de grondgedachte achter een regel. Een thema kent geen locatie. |
Toelichting | Op dit moment worden toelichtingen bij uitvoeringsregels en opties ondersteund. Binnenkort ook bij conclusies en maatregelen. De toelichtingattributen zijn optioneel en hoeven alleen te worden gebruikt als iets toegelicht wordt. |
Toepasbare regel | Toepasbare regels zijn begrijpelijke regels die zijn opgesteld op grond van juridische regels (zoals Omgevingswet, Algemene maatregelen van bestuur, omgevingsplannen, en verordeningen). Zij bestaan uit: bedrijfsregels (business-logica), uitvoeringsregels, eventueel conversieregels (uitvraging en koppeling data aan bedrijfsregels) en interactieregels (presentatielogica). Zij resulteren in begrijpelijke vragenbomen aan de initiatiefnemer. |
Toepasbare regelbestand | De Toepasbare regels worden in één Toepasbare-regelbestand aangeleverd. Eén Toepasbare-regelbestand bevat één DRD met de regels voor één regelbeheerobject. |
Uitvoeringsregel | De uitvoeringsregels bepalen hoe de benodigde gegevens (input data) wordt uitgevraagd. Dit kan op verschillende manieren gebeuren zoals een vraag aan een initiatiefnemer of een bevraging van een registratie. |
Vaste waarde | Met een vaste waarde wordt een vaste waarde aan input data toegekend. |
Vaste waarde onder voorbehoud | Met een vaste waarde onder voorbehoud wordt een vaste waarde aan input data toegekend, waarbij een voorbehoud geldt. |
Volgorde | Met volgorde kunnen vragen en/of groepen in een voor de gebruiker logische volgorde gezet worden. |
Voorschriften en maatregelen | Voorschriften beschrijven waar men zich aan moet houden op het moment dat een bepaalde Activiteit wordt uitgevoerd. Maatregelen beschrijven hoe aan Voorschriften voldaan kan worden. |
Vraag | Via een vraag wordt informatie verkregen door een vraag aan de initiatiefnemer te stellen. |
Werkzaamheid | Een Werkzaamheid is een vertaling van een activiteit naar een door de initiatiefnemer begrijpelijke taal. Bijvoorbeeld: de werkzaamheid schuurbouwen hoort bij de juridische activiteit bijbehorend bouwwerk bouwen. |
5. Verbetervoorstellen
De volgende verbetervoorstellen worden aangedragen door het ontwikkelteam:
5.1 Uitbreidingen door de waterschappen binnen TROWA Werkpakket 3
- Marktconsultatie: Het is zeer wenselijk om marktpartijen die software bouwen om feedback te vragen op de modellen. Hierdoor kunnen ontbrekende of redundante componenten binnen de modellen benoemd worden.
- Bedrijfsfuncties, user stories en requirements: Het is zeer wenselijk om het architectuurmodel uit te breiden met bedrijfsfuncties, user stories en requirements, zodat veel scherper wordt welke functionaliteit en dataobjecten nodig zijn om regels te beheren en publiceren.
- Beheerfunctionaliteit: De impact van beheerfunctionaliteit op het CIM is nog onduidelijk. Het uitwerken van bedrijfsfuncties, user stories en requirements zullen hierin waarschijnlijk van toegevoegde waarde zijn.
5.2 Verbetervoorstellen voor landelijke voorzieningen
- Maak één geharmoniseerd CIM: Het ontbreken van één geharmoniseerd conceptueel informatiemodel wordt gezien als een groot gemis. Hierdoor moeten de bevoegd gezagen veelal zelf de verbanden leggen tussen de informatiemodellen, en op bepaalde plekken gaten invullen. Ons advies is om:
- CIM-OW, CIM-OP en het IMTR samen te voegen tot één overkoepelend CIM;
- de functionele structuur van het DSO ook op te nemen in dit CIM.
- Hanteer het KISS-principe[12]: Omtrent activiteiten[13] en gebieden/locaties worden erg veel informatie-objecten onderscheiden. Vanuit de waterschappen wordt geadviseerd om te kijken of hier geen versimpeling in aangebracht kan worden, om de begrijpelijkheid en beheersbaarheid van het model en afgeleide systemen te kunnen waarborgen.
Voetnoten
[1]https://nl.wikipedia.org/wiki/ArchiMate(externe link), geraadpleegd op 24 oktober 2019.
[2] Naast de standaarden is het ook belangrijk aan te sluiten op de “functionele structuur” van het DSO. Deze is helaas nog geen onderdeel van een landelijk informatiemodel, maar wel van essentieel belang voor het ontsluiten van regels.
[3] Voorbeelden van overheidsrollen en sturingsfilosofieën zijn te vinden via: https://aandeslagmetdeomgevingswet.nl/wetsinstrumenten/samenhang-instrumenten/omgevingswet-alleen/bewustwording(externe link), geraadpleegd op 24 oktober 2019.
[4] De figuren hebben klein lettertype. In de webomgeving van deze handreiking zijn de figuren beter te lezen en zijn daar uit te vergroten.
[5] Naast de benoemde componenten is het ook van belang aan te sluiten op de “functionele structuur” van het DSO. Hoe dit technisch werkt, is op moment van schrijven nog onduidelijk.
[6] Naast de standaarden is het ook belangrijk aan te sluiten op de “functionele structuur” van het DSO. Deze is helaas nog geen onderdeel van een landelijk informatiemodel, maar wel van essentieel belang voor het ontsluiten van regels.
[7] https://aandeslagmetdeomgevingswet.nl/digitaal-stelsel/technisch-aansluiten/koppelvlakken/toepasbare-regels/standaard/(externe link), geraadpleegd op 24 oktober 2019.
[8] https://aandeslagmetdeomgevingswet.nl/digitaal-stelsel/technisch-aansluiten/koppelvlakken/omgevingsdocumenten/standaard-officiele/(externe link), geraadpleegd op 24 oktober 2019.
[9] Naast de standaarden is het ook belangrijk aan te sluiten op de “functionele structuur” van het DSO. Deze is helaas nog geen onderdeel van een landelijk informatiemodel, maar wel van essentieel belang voor het ontsluiten van regels.
[10] Zie de documentatie van het IMTR: https://aandeslagmetdeomgevingswet.nl/digitaal-stelsel/technisch-aansluiten/koppelvlakken/toepasbare-regels/standaard/(externe link), geraadpleegd op 24 oktober 2019.
[11] Zie https://aandeslagmetdeomgevingswet.nl/ontwikkelaarsportaal/api-register/(externe link), geraadpleegd op 24 oktober 2019.
[12] Zie https://nl.wikipedia.org/wiki/KISS-principe(externe link), geraadpleegd op 24 oktober 2019.
[13] Indien ook de werking van de functionele structuur van het DSO meegerekend wordt.