1. Dia 1: Vier invalshoeken

Figuur 1.BijlageXVI
Figuur 1.BijlageXVI.

De DSO architectuur kan vanuit vier invalshoeken bekeken worden:

  • wetgeving;
  • dienstverlening;
  • vergunningverlening en 
  • leveren van informatie.

2. Dia 2: Data als brandstof

Figuur 2.BijlageXVI
Figuur 2.BijlageXVI.

Als meest bepalende factor is data de brandstof die het DSO moet laten draaien. Zonder data geen werkend DSO, anders gezegd: geen werkbaar DSO.

3. Dia 3: Wetgeving

Figuur 3.BijlageXVI
Figuur 3.BijlageXVI.

Als eerste invalshoek kijken we naar wetgeving

Elk bevoegd gezag stelt regels op en legt besluiten vast. Deze besluiten of verordeningen moeten worden gepubliceerd

De juridische kant van deze informatie wordt opgesteld met behulp van plansoftware of regelbeheersoftware: een regelbeheersysteem.

In het regelbeheersysteem legt een bevoegd gezag de juridische regels vast. Daarbij wordt de relatie gelegd met het geografische gebied waar de regel van toepassing is. Deze twee-eenheid (juridische regel of regeltekst en het werkingsgebied van deze regel) wordt verrijkt met extra informatie (metadata). Binnen het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) noemen we dit “annoteren”.

Over welke gegevens we het hebben en hoe deze gegevens moeten worden uitgewisseld met het DSO, is vastgelegd in de informatiemodellen Informatiemodel Officiële Publicaties (IMOP) en Informatiemodel Omgevingswet (IMOW) en verder per specifiek omgevingsdocument beschreven in een toepassingsprofiel. Voor de waterschappen is het toepassingsprofiel waterschapsverordening (TPOD) het uitgangspunt.[1]

Het regelbeheersysteem zal deze juridische gegevens aanbieden via Landelijke Voorziening Bekendmaken en Beschikbaarstellen (LVBB). Het LVBB zorgt voor de officiële publicatie op onder andere www.wetten.nl. Daarmee is het LVBB de authentieke bron voor de juridische regels. 

Het LVBB levert deze gehele dataset ook door aan OZON. Dit is de bouwsteen in het DSO die zorg draagt voor de Objectgerichte Ontsluiting van Omgevingswetbesluiten.[2] Het betreft dus omgevingswetbesluiten (waaronder de waterschapsverordening) waarbij regels zijn gekoppeld aan een locatie of gebied. 

Van alle bevoegde gezagen worden de regels en bijbehorende gebieden inclusief alle meegeleverde metadata (annotaties) binnen OZON opgeslagen en verwerkt. Daarmee wordt het mogelijk de regels met hun werkingsgebieden te ontsluiten met behulp van de DSO-viewer en de regels met hun werkingsgebieden te kunnen tonen op een kaart.

Daardoor is het voor een professionele gebruiker[3] mogelijk zich te oriënteren welke regels voor hem of haar van toepassing zijn op een bepaalde locatie. Zo kan deze professionele gebruiker zich vroegtijdig verdiepen in de geldende regelgeving. Daarbij is het mogelijk te filteren op al deze regels teneinde alleen die regels te vinden die voor hem of haar van toepassing zijn. Het filteren wordt mogelijk gemaakt op basis van de metadata (annotaties) die bevoegd gezagen hebben toegevoegd aan hun regels en gebieden. Hoe beter regels en gebieden zijn geannoteerd, hoe beter deze regels als relevante set worden gevonden. 

Naast de juridische regels kan een bevoegd gezag ook extra service bieden door het opstellen van regels in vragende vorm: toepasbare regels of ook wel vragenbomen. Deze toepasbare regels zijn dus altijd een op een verbonden met de juridische regel en het gebied waarop deze regel van toepassing is. In het Informatiemodel Toepasbare Regels (IMTR) is vastgelegd over welke gegevenselementen we spreken en in de Standaard Toepasbare Regels (STTR) is beschreven hoe we de gegevens moeten aanbieden aan het DSO. Deze toepasbare regels worden apart aangeboden aan het DSO en belanden in het Register Toepasbare Regels (RTR). 

Vanuit het RTR wordt de metadata die meegegeven is bij de juridische regels (via het LVBB en verwerkt in OZON) uitgelezen / opgehaald uit OZON en verwerkt binnen RTR. Op basis van deze metadata (annotaties) wordt de functionele structuur opgebouwd: een structuur (kapstok) die het mogelijk maakt de relatie te leggen tussen de juridische regel en de toepasbare regel met behulp van “activiteit”.[4] De functionele structuur is een hiërarchische structuur van activiteiten. Elke activiteit heeft een relatie met een bovenliggende activiteit op een hoger niveau (bijvoorbeeld een “beperkingengebiedactiviteit met betrekking tot een waterstaatswerk” zoals benoemd in de wet).

Daarmee krijgt de benoemde “activiteit” een plek in de structuur. Aan een activiteit wordt een regelbeheerobject(RBO) gekoppeld. Een RBO is het haakje waaraan de toepasbare regel gehangen wordt. Er zijn drie typen RBO’s: conclusie, indieningsvereisten en maatregelen. Een bevoegd gezag kan voor elk type RBO een (set van) toepasbare regels maken. Immers, zullen de antwoorden die een initiatiefnemer geeft, via een vragenboom, leiden tot een conclusie (bijvoorbeeld vergunningplicht). Het kan ook leiden tot het stellen van vragen waarmee de juiste indieningsvereisten kunnen worden meegegeven bij het indienen van een vergunningaanvraag of doen van een melding. Zo ook het benoemen van een set aan maatregelen. Deze vragenbomen worden als XML-bestand aangeboden en gekoppeld aan het betreffende RBO.

4. Dia 4: OZON

Figuur 4.BijlageXVI
Figuur 4.BijlageXVI.

Zoals bij vorige dia is vermeld, worden gegevens opgehaald uit OZON en wel de volgende gegevens:

  • activiteit
  • regel
  • werkingsgebied
  • norm (normwaarde)

Via het Omgevingsloket kan de initiatiefnemer checken of de voorgenomen activiteit op die locatie ook is toegestaan of aan welke voorwaarden moet worden voldaan. 

Dat checken gaat op basis van de locatie waar de activiteit gaat plaatsvinden. Omdat de meeste initiatiefnemers de juridische begrippen niet zullen kennen, moet er voor de activiteit waaraan een vragenboom (toepasbare regel) is gekoppeld een werkzaamheidworden benoemd. Werkzaamheden zijn gebruiksvriendelijke termen (bijvoorbeeld: aanleggen van een brug over een watergang)voor de juridische activiteiten (bijvoorbeeld: plaatsen brug met betrekking tot een primaire watergang). Deze annotatie moet het bevoegd gezag zelf toevoegen aan de toepasbare regel. De juridische activiteit wordt voor de initiatiefnemer pas zichtbaar in de conclusietekst na het doorlopen van de vragen. De initiatiefnemer leest dan wat zijn of haar plichten zijn (vergunning aanvragen, melding doen, et cetera). 

Het checken (maar ook het vinden van regels op een kaart: het oriënteren) is een belangrijke functionaliteit om te kunnen voldoen aan de doelstelling rondom dienstverlening die vanuit de visie van de Omgevingswet is gesteld.  

5. Dia 5: Vergunningverlening

Figuur 5.BijlageXVI
Figuur 5.BijlageXVI.

Nadat een initiatiefnemer na het checken op basis van de conclusie ook de vergunningaanvraag wil indienen, krijgt deze daartoe ook de mogelijkheid. Via de knop “indienen” worden gegevens vanuit de toepasbare regels overgenomen (zoals locatie, activiteit, sub-activiteit) en worden de indieningsvereisten gevraagd die behoren bij deze juridische activiteit. Hiermee zijn we aanbeland bij de derde invalshoek van dit kwadrant: vergunningverlening.

De indieningsgegevens worden in het DSO opgeslagen in het Register Aanvragen en Meldingen (RAM). Daarvoor maakt de initiatiefnemer een projectmap aan in het DSO nadat eerst is ingelogd middels DigiD (of eHerkenning voor vertegenwoordiger van een bedrijf). Tevens wordt door een Bevoegd gezag bepalende service (een van de bouwstenen van het DSO) bepaald naar welk bevoegd gezag de aanvraag of melding moet worden verzonden.

Als de initiatiefnemer alle stukken heeft verzameld (geüpload naar de projectmap), kan dit project worden ingediend. De gegevens worden in een werkmap geplaatst, een tussentijdse opslagruimte ten behoeve van het bevoegd gezag. Het zaaksysteem van het bevoegd gezag ontvangt een bericht dat er een aanvraag of melding klaar staat in de werkmap. Het bevoegd gezag zal daarna de gegevens uit de werkmap downloaden naar het eigen zaaksysteem (het eigen Register Ingediende Verzoeken (RIV). Tevens ontvangt de indiener een bericht dat de aanvraag in goede orde ingediend en ontvangen is. Deze uitwisseling van gegevens moet voldoen aan de Standaard Aanvragen en Meldingen (STAM: gebaseerd op het informatiemodel Aanvragen en Meldingen (IMAM)). Na afhandeling van de aanvraag of melding zal het bevoegd gezag zelf de gegevens in de werkmap moeten verwijderen. 

Elk bevoegd gezag moet zelf de regie op afhandeling borgen en bewaken, inclusief dossierbeheer en verantwoordelijkheden (autorisaties). Indien advies van een ander bevoegd gezag gewenst is kan de regie-voerende partij gebruik maken van de functionaliteit: Samenwerken aan behandelen. Daartoe kunnen andere bevoegd gezagen worden uitgenodigd advies te geven op een lopende zaak (een vergunningaanvraag of melding). Documenten kunnen beschikbaar worden gesteld maar ook anderen kunnen documenten toevoegen in deze samenwerkingsruimte. Daarmee faciliteert het DSO de behoefte aan interbestuurlijke afstemming.

De regievoerende partij kan de aanvrager via de Berichtenbox informeren over de status van de zaak.

6. Dia 6: Leveren van informatie

Figuur 6.BijlageXVI
Figuur 6.BijlageXVI.

Als laatste invalshoek belichten we de levering van informatie.

Alle functionaliteiten die worden aangeboden via het DSO staan of vallen met het beschikbaar hebben van goede data. Dat geldt niet alleen voor juridische regelteksten met bijbehorende geografische gebieden verrijkt met metadata, maar ook voor:

  • juiste begrippen (term en definitie): al dan niet gebaseerd op standaard begrippenlijsten zoals Aquo. Dit betekent wel dat Aquo compleet moet zijn en beschikbaar via Linked Data;[5]
  • informatieproducten: opgebouwd uit registerdata van bronhouders (bevoegd gezagen) en ontsloten met behulp van REST-API’s.[6]Voor de waterschappen kan de CDL een belangrijke rol hierin spelen;
  • landelijke registers: zoals BGT, BAG, GBA , BRO et cetera;[7]
  • andere databronnen waar naar verwezen kan worden ter beantwoording van vragen bij uitvoeren van toepasbare regels. Dit kunnen registerbevragingen zijn of GEO-bevragingen waarbij antwoorden vooraf te geven zijn op basis van aanwezige data bij de bevoegde gezagen. Voor initiatiefnemer blijven dan alleen nog de handelingsvragen over ter beantwoording (bijvoorbeeld: hoe diep gaat u graven? hoe hoog gaat u bouwen?).

Samengevat: het leveren van informatie aan het DSO zal de service en dienstverlening doen toenemen en het DSO laten uitgroeien tot een sterk merk![8]

Voetnoten

[1] Zie ook bijlage XV Annoteren. Daarin worden de genoemde modellen kort beschreven.

[2] De naam OZON is afgeleid van Objectgerichte Ontsluiting van Omgevingswetbesluiten. Dat zijn 3 O's, ofwel O3, ofwel:ozon.

[3] Het realiseren van DSO-loket is men uitgegaan twee typen gebruikers (in de tekst ook wel initiatiefnemer genoemd) die elk een  bepaalde informatiebehoefte hebben. Bij het oriënteren van regels op de kaart is men uitgegaan van de “professionele gebruiker”. Deze gebruiker is vertrouwd met de juridische taal en wil graag weten welke regels er gelden op een locatie. Bij het checken of bepaalde werkzaamheden uitgevoerd mogen op een locatie is men uitgegaan van de gebruiker die niet vertrouwd is met juridische taal. Daarom zijn vragenbomen opgesteld, behorend bij de juridische regels, waarmee de gebruiker door het beantwoorden van vragen naar een conclusie wordt geleid (vergunning aanvragen, een melding doen, maatregelen nemen, zorgplicht is van toepassing et cetera).

[4] Zie ook paragraaf 4.3.7 Toepasbare regels.

[5] Zie ook de website: http://www.aquo.nl/linked-aquo-en-uw-systeem/(externe link), geraadpleegd op 24 oktober 2019.

[6] https://aandeslagmetdeomgevingswet.nl/digitaal-stelsel/technisch-aansluiten/standaarden/api-uri-strategie/(externe link), geraadpleegd op 24 oktober 2019.

[7] https://www.noraonline.nl/wiki/Stelsel_van_Basisregistraties(externe link), geraadpleegd op 24 oktober 2019.

[8] Bestuurlijke Visie Digitaal Stelsel Omgevingswet (2016), p.7, te vinden op: https://www.omgevingswetportaal.nl/documenten/publicaties/2016/06/16/bestuurlijke-visie-digitaal-stelsel-omgevingswet(externe link), geraadpleegd op 24 oktober 2019.